Ik herinner me de eerste keer dat ik met zo’n tool werkte. Het voelde een beetje als magie. Geen code, geen developer, gewoon klikken, slepen en hop – je workflow liep vanzelf. Maar ik geef toe : de eerste stap was spannend. “Ga ik dan niet de controle kwijt zijn over mijn processen ?” dacht ik. Spoiler : helemaal niet. Met de juiste tools behoud je het overzicht, en krijg je er vooral een hoop rust voor terug. Wil je zien hoe professionals dat aanpakken ? Kijk eens op https://sprintsolutions.fr, daar vind je voorbeelden van bedrijven die hun processen slim hebben geautomatiseerd, zonder hun ziel te verliezen.

Wat betekent ‘no-code’ eigenlijk ?

No-code tools zijn platforms waarmee je digitale processen kunt bouwen zonder één regel code te schrijven. Denk aan visuele blokken die je aan elkaar koppelt – een beetje zoals LEGO voor bedrijven. Je bepaalt zelf wat er gebeurt : “Als ik een nieuw formulier krijg → stuur een e-mail → voeg het contact toe aan mijn CRM → maak een taak aan in mijn planning.” Klaar.

Bekende spelers ? Zapier, Make (voorheen Integromat), Airtable, Notion of Bubble. Je kunt er workflows, dashboards, CRM’s of zelfs volledige webapps mee bouwen. En dat zonder een ontwikkelaar in te huren. Handig, toch ?

De grootste fout : alles tegelijk willen automatiseren

Serieus, dat is de valkuil nummer één. Je ziet al die mogelijkheden, krijgt FOMO, en voor je het weet heb je een spaghetti van automatiseringen die elkaar in de weg zitten. Begin klein. Automatiseer één frustrerend proces. Bijvoorbeeld : automatisch een factuur versturen als een project is afgerond. Of een e-mail sturen als een klant een formulier invult.

Persoonlijk begon ik met iets simpels : meldingen op Slack als een klant zijn offerte ondertekende. Klein detail, maar het voelde alsof mijn bedrijf voor het eerst “ademhaalde” zonder dat ik eraan moest trekken.

Welke no-code tools zijn het proberen waard ?

1. Zapier – De klassieker. Koppelt meer dan 6000 apps aan elkaar. Ideaal voor simpele automatiseringen zoals “als iemand mijn formulier invult → stuur een bevestiging”.

2. Make (Integromat) – Voor de iets complexere scenario’s. De visuele interface is top. Je ziet letterlijk wat er stap voor stap gebeurt.

3. Airtable – Een soort Excel op steroïden. Perfect voor het bouwen van interne databases of lichte CRM’s.

4. Notion – Meer dan een notitie-app. Combineer het met automatiseringen en je hebt een compleet projectmanagementsysteem.

5. Softr of Glide – Voor als je een webapp wilt bouwen zonder developers. Denk aan klantportalen of interne dashboards.

Hoe behoud je de controle ?

Automatiseren betekent niet dat je alles moet overlaten aan robots. Het is juist een manier om meer grip te krijgen. Door duidelijke triggers en logica in te bouwen, weet je exact wat er gebeurt – en waarom. Voeg daarnaast regelmatige check-ins toe : één keer per maand even kijken of je workflows nog kloppen. Misschien is er iets veranderd in je business.

Een tip die ik altijd geef : documenteer wat je automatiseert. Gewoon een simpel Notion-overzicht met “wat → waarom → wie”. Zo blijft alles transparant, ook als je team groeit.

De echte winst van no-code automatisering

Het gaat niet alleen om tijd besparen (al is dat natuurlijk fijn). Het gaat om mentale ruimte. Minder herhaling, minder foutkansen, meer focus. Je kunt eindelijk weer nadenken over strategie, klanten, innovatie. En dat, eerlijk, is onbetaalbaar.

Tot slot

Automatisering hoeft niet koud of afstandelijk te zijn. Het is juist een manier om dichter bij je bedrijf te komen. Minder chaos, meer controle. Begin klein, test, leer, verbeter. En voor je het weet, draait je business als een geoliede machine – mét jou nog steeds aan het stuur.

Goede mensen vinden én houden is elk jaar weer een sport. Zeker in een tijd waarin studenten liever flexen via een app en ervaren krachten schaars zijn. Zelf heb ik ooit in Zuid-Frankrijk meegemaakt dat de beste receptionist die we hadden, pas twee dagen voor opening kwam opdagen… omdat hij “nog even” naar een festival was geweest. Dat wil je natuurlijk voorkomen. Een handige start ? Kijk eens op https://campingjobs.fr waar veel campings hun vacatures plaatsen en seizoenskrachten zich actief aanbieden. Echt een shortcut als je niet wéér uren wilt besteden aan wervingsposts op Facebook-groepen.

Stap 1: Bepaal wat je écht nodig hebt

Franchement, veel campingeigenaren maken hier al de eerste fout. Ze zoeken “iemand voor in het restaurant” en denken dat het wel losloopt. Maar hoeveel uur ? Welke talen ? Moet die persoon ook schoonmaken of alleen bedienen ? Zet alles op papier. Denk ook aan piekmomenten : juli en augustus zijn heftig, maar juni en september vragen soms juist flexibele allrounders.

Stap 2: Werven met persoonlijkheid

Een standaard vacature “Wij zoeken horeca medewerkers” werkt echt niet meer. Vertel over de camping, de sfeer, de omgeving. Beschrijf dat de bar uitkijkt op een meer waar elke avond de zon ondergaat. Of dat het team elke woensdag samen barbecue’t. Mensen willen een gevoel krijgen. Vraag jezelf af : zou ik zelf reageren op mijn vacature ?

Stap 3: Snel selecteren, maar slim

In het hoogseizoen gaat tijd verloren als je weken wacht met reageren. Check sollicitaties dagelijks. Bel meteen – ja, bellen, geen mail sturen. Je hoort in één gesprek of iemand energie heeft en of ze het werk aankunnen. En vergeet niet : referenties zijn goud. Even navragen bij een vorige werkgever kan je veel ellende besparen.

Stap 4: Opleiden zonder saaie handboeken

Persoonlijk vind ik dat je nieuwe medewerkers beter één drukke dag kunt laten meelopen dan drie uur lang in een muffe ruimte regels laten lezen. Laat ze voelen hoe het is om in de snackbar te staan als er twintig frietbestellingen binnenkomen. Geef direct feedback, liefst met een knipoog. Zo blijft het hangen.

Stap 5: Zorg dat ze blijven

Een seizoensmedewerker die zich gewaardeerd voelt, gaat volgend jaar wéér voor jou werken. En geloof me : dat scheelt stress. Kleine dingen helpen : een gezamenlijke pizza-avond, iemand publiekelijk bedanken voor een topdag, of gewoon luisteren naar hun ideeën. Misschien willen ze volgend jaar zelfs een andere rol, zodat ze groeien en niet afhaken.

Tot slot

Het werven en opleiden van seizoenspersoneel op de camping is geen eenmalige klus, maar een proces. Hoe beter je dat proces in de vingers hebt, hoe relaxter jouw zomer wordt. En zeg nou zelf : je bent toch liever bezig met gasten een mooie vakantie bezorgen dan met last-minute personeelsdrama’s ?

Als je vandaag nog relatiegeschenken koopt, moet je nadenken over impact. Positieve impact, wel te verstaan. Duurzaamheid is allang geen trendje meer, het is een voorwaarde. Je klanten willen cadeaus die ergens voor staan. Die een verhaal vertellen. Op https://cadeau-affaire.com vind je trouwens al flink wat inspiratie als je op zoek bent naar originele én milieuvriendelijke opties. Maar laten we even inzoomen : wat willen klanten dan wél ? En waar moet je op letten als je in 2025 een cadeautje uitdeelt ?

1. Echte waarde, geen goedkope troep

Sorry dat ik het zo bot zeg, maar mensen prikken er meteen doorheen als iets ‘goedkoopjes’ is. Je kan beter één kwalitatief cadeau geven dan vijf prullaria. Denk aan herbruikbare producten die er ook nog eens strak uitzien : een bamboe thermosfles (die houdt de koffie warm én ziet er stylish uit), een notitieboek van gerecycled papier dat fijn schrijft, of een oplader op zonne-energie – ja, die bestaan écht en werken verrassend goed.

Ik sprak laatst een klant uit Utrecht die zijn hele team een herbruikbare lunchbox gaf, gemaakt van suikerriet. Hij zei letterlijk : “Het voelt gewoon goed. Alsof je iets goeds terugdoet.” En dat is het punt : het cadeau moet iets toevoegen, niet alleen aan de ontvanger, maar ook aan de wereld. Klinkt zweverig ? Is het niet. Het werkt.

2. Lokale, eerlijke productie wint terrein

We worden met z’n allen steeds bewuster van herkomst. En dat geldt net zo goed voor relatiegeschenken. Wat mij opvalt : klanten stellen steeds vaker de vraag “waar komt dit vandaan ?” Een cadeau dat lokaal geproduceerd is, of afkomstig van een sociale onderneming, maakt indruk. Meer nog : het blijft hangen.

Een goed voorbeeld ? In Amsterdam zit een bedrijfje dat notitieboeken maakt van oud textiel. Elk boek is uniek, en je krijgt er een kaartje bij waarop staat waar het materiaal vandaan komt. Geloof me : zoiets blijft niet ongezien. Dat vertel je aan je collega’s, aan je partner, misschien zelfs op LinkedIn.

3. Cadeaus die je écht gebruikt (en hergebruikt)

We leven in een tijd van minimalisme. Of in elk geval : minder rommel. Klanten willen geen spullen meer die in de weg staan. Ze willen cadeaus die praktisch zijn, die meegaan, die je kunt blijven gebruiken. Herbruikbare koffiebekers. Duurzame totebags (maar dan wel mooie, geen flodderige met een vaag logo). Of zelfs digitale cadeaus, zoals een tegoedbon voor een lokale ervaring of workshop.

Een vriend van mij kreeg een relatiegeschenk via mail : een code voor een online training van een duurzaamheidscoach. Hij was eerst sceptisch, maar uiteindelijk raakte hij er zó enthousiast over dat hij het hele team erbij betrok. Wie had dat gedacht, van een “digitaal cadeautje”?

4. Personalisatie maakt het verschil

Je kunt het beste cadeau ter wereld geven, maar als het niet past bij de ontvanger, is het een gemiste kans. In 2025 verwachten klanten een zekere mate van personalisatie. En nee, dat betekent niet alleen “hun naam op een mok.”

Het gaat om iets dat aansluit bij wie ze zijn, wat ze doen, waar ze in geloven. Werk je met klanten in de creatieve sector ? Geef iets artistieks of handgemaakt. Zit je in de tech ? Denk aan innovatieve gadgets die duurzaamheid combineren met tech-nerd joy. Het vraagt wat meer moeite, ja. Maar dat zie je direct terug in klantloyaliteit.

5. Het verhaal achter het cadeau telt

Mensen kopen geen producten, ze kopen verhalen. En dat geldt ook voor cadeaus. Een simpel notitieboek kan ineens een impact maken als je erbij vertelt dat het gemaakt is door een sociale werkplaats, met papier van bomen die nooit zijn gekapt.

Schrijf een kort kaartje. Vertel waar het vandaan komt, waarom je ervoor koos. Maak het persoonlijk. Die context – dat gevoel – is wat mensen onthouden. En delen.

Dus… wat doe jij in 2025?

Ga je nog steeds voor die goedkope sleutelhanger die niemand gebruikt ? Of durf je het aan om een cadeau te geven dat écht iets zegt over jouw merk, jouw waarden ? Eén ding is zeker : de lat ligt hoger. Maar dat is geen bedreiging – het is een kans. Om op te vallen. Om te verbinden. Om te verrassen.

En hey, als je ooit twijfelt : stel jezelf gewoon de vraag… zou ik dit zelf willen krijgen ?

Frappant : sommige bedrijven zweren erbij. Andere zijn er compleet op afgeknapt. Toen ik laatst op https://cadeaux-comite-entreprise.fr rondsnuffelde, viel het me op hoeveel creatieve (en soms verrassend slimme) opties er bestaan voor zakelijke geschenken. Echt, we zitten al lang niet meer vast aan het obligate flesje bubbels. Maar maakt het echt uit voor klantentrouw of is het vooral symbolisch ? Duiken we erin.

Wat wil je eigenlijk bereiken met een relatiegeschenk ?

Goede vraag toch ? Want als je het doet “omdat het zo hoort”, tja… dan kan je het net zo goed laten. Een relatiegeschenk werkt alleen als het past bij jouw merk, jouw klant, en – let op – jouw timing. Denk aan dat ene IT-bedrijf uit Utrecht dat ieder jaar z’n top 20 klanten een gepersonaliseerde Lego-set stuurt, gebaseerd op hun kantoor. Origineel ? Absoluut. Onvergetelijk ? Zeker weten. Duur ? Best wel. Maar zij zweren erbij : ze hebben nog nooit zoveel herhaalaankopen gehad.

Dus nee, het is geen magische formule. Maar als je weet waarom je iets weggeeft, wordt het ineens een strategisch instrument.

Wat zegt de data eigenlijk ?

Laten we niet alleen op gevoel afgaan. Uit een studie van de BPMA (British Promotional Merchandise Association – klinkt fancy, ik weet het) blijkt dat 79% van de mensen zich langer herinnert van wie ze een promotioneel geschenk kregen dan van wie hen een e-mail stuurde. Da’s geen kleinigheid. En 83% zegt dat een relatiegeschenk hun mening over een merk positief beïnvloedt. Dat is stevig. Maar… het hangt allemaal af van relevantie en kwaliteit.

Wanneer is het pure verspilling ?

Heel eerlijk ? Als je het doet uit gemak. “We moeten iets sturen.” Nee dus. Dan wordt het zo’n ongeïnspireerd stresspakket met een droog worstje, een mini-jam en een overdatum koekje. Zonde van je geld én je imago. Het kan zelfs averechts werken. Ik herinner me een leverancier die een powerbank opstuurde… met hun logo over het hele scherm geprint. Niet bruikbaar dus. Raar cadeau, vreemde indruk.

En wat werkt dan wél ?

Persoonlijk, relevant en kwalitatief. Dat zijn je drie kernwoorden. Een klein boekje met handgeschreven kaartje ? Veel impact. Een digitaal abonnement dat inspeelt op de interesses van je klant ? Slim én modern. Zelfs een goed gekozen lokale specialiteit – denk aan Groningse eierballen (ja echt) – kan net dat verschil maken. Het draait allemaal om het gebaar, niet om de prijs.

Maar… moet je dan altijd wat geven ?

Goeie vraag. Nee. Soms is een persoonlijk telefoontje of een onverwacht compliment veel krachtiger. Of wat dacht je van een uitnodiging voor een exclusief event, helemaal afgestemd op je klant ? Denk buiten de doos. Of beter nog : vraag het gewoon eens aan je klanten. “Wat zou jij eigenlijk leuk vinden om te ontvangen ?” Je zou verbaasd zijn hoeveel mensen daar een heel helder beeld bij hebben.

Conclusie : relatiegeschenk als strategisch middel ? Absoluut – als je het goed doet

Dus, is een relatiegeschenk een investering of een verspilling ? Dat ligt helemaal aan jou. Gebruik je het als verlengstuk van je merk en bouw je er echte connectie mee op ? Dan is het goud waard. Maar gebruik je het als excuus om ‘iets’ te doen, zonder visie ? Dan kan je je budget beter anders inzetten.

Dus, even kritisch : wat was het laatste geschenk dat jij uitstuurde ? En… zou je er zelf blij mee zijn ?

Waarom überhaupt een businessplan?

Serieus, stel jezelf even die vraag. Waarom zou je de moeite doen? Simpel: een goed businessplan geeft richting. Het dwingt je om helder na te denken over wat je wilt bereiken, en hoe je daar gaat komen. Of je nu een lening wil aanvragen, investeerders zoekt of gewoon orde wil scheppen in je hoofd: dit document is je kapstok. Geen overbodige luxe dus.

Begin bij wat je wél weet

Laat de cijfers nog even voor wat ze zijn. Start met het verhaal. Stel jezelf vragen zoals:

• Wat bied ik precies aan?
• Voor wie is het?
• Wat maakt mij anders dan de rest?
• Hoe wil ik klanten bereiken?

Pak pen en papier — of open Notion, Word, wat je wil — en schrijf het gewoon op zoals je het aan een vriend zou uitleggen. Geen poespas. Hoe duidelijker je dit stuk krijgt, hoe makkelijker de rest zal volgen.

Structuur = rust in je hoofd

Een businessplan hoeft echt geen boekwerk te zijn. Dit is een prima structuur die werkt voor 90% van de cases:

1. Samenvatting – kort en krachtig, wat is je business in 1 minuut uitgelegd?
2. Product of dienst – wat verkoop je, waarom is het goed?
3. Doelgroep – wie zijn je klanten?
4. Marktanalyse – wat gebeurt er in jouw sector? Wie zijn je concurrenten?
5. Marketingstrategie – hoe ga je jezelf zichtbaar maken?
6. Businessmodel – hoe verdien je geld?
7. Financieel plan – wat verwacht je qua inkomsten en uitgaven?

Klinkt veel? Klopt. Maar je hoeft het niet allemaal in één dag te doen. Bouw het stap voor stap op. Eén blokje per keer. Serieus: al typend ontdek je meer dan je denkt.

Help! De cijfers!

Oké, nu de grote drempel: het financiële stuk. En ja, dit voelt soms als zwemmen zonder zwembandjes. Maar adem in — je hoeft geen ingewikkelde tabellen te maken. Wat moet er sowieso in?

• Een inschatting van je kosten – vaste lasten (huur, software, verzekeringen), en variabele kosten (materiaal, freelancers, marketing).
• Verwachte inkomsten – hoeveel klanten denk je te hebben, wat betaalden ze gemiddeld?
• Break-even analyse – hoeveel moet je minstens verdienen om quitte te spelen?

En hier een trucje: gebruik een template. Google op “Excel template financieel plan” en je vindt tientallen gratis sjablonen. Vul je aannames in en voilà — je hebt een basis. Het hoeft niet perfect te zijn. Het moet logisch zijn. En geloofwaardig.

Wees niet bang om hulp te vragen

Niemand verwacht dat jij alles alleen doet. Sterker nog: zelfs ervaren ondernemers laten hun plannen nakijken. Praat met een boekhouder, een vriend met wat financiële feeling, of zelfs een AI-tool die getallen voor je kan doordenken. Vraag: “Klopt dit een beetje?” of “Wat zie ik over het hoofd?” — dat kan al wonderen doen.

Een tip die niemand je geeft

Print je businessplan uit. Echt. Op papier. Ga ermee in een koffiebar zitten, of op je balkon. Lees het hardop. Je zal verbaasd zijn hoeveel logica (of kromme zinnen) je zo oppikt. En als het nog niet lekker voelt? Pas het aan. Je plan leeft. Het mag mee evolueren.

Tot slot: begin gewoon

Wacht niet tot je ‘alles weet’. Dat moment komt toch niet. Begin. Schets. Schraap ideeën bij elkaar. Schrijf foutjes. Het belangrijkste is dat je jouw business helder krijgt voor jezelf. De rest — zelfs de cijfers — volgt daarna vaak makkelijker dan je denkt.

Dus, durf jij dat plan op papier te zetten?